Het Momentum geeft een indicatie van de versnelling of vertraging van een koers. Het geeft aan of de koers al dan niet in toenemende mate stijgt of daalt. Het Momentum kan toegepast worden op de koers, of op andere data
Dit is een langetermijn indicator die het verschil berekent tussen een korte- en langetermijn gemiddelde x dagen terug. Wanneer M1 door M2 snijdt, is dit een koopsignaal. Indien M2 door M1 snijdt, dan is dit een verkoopsignaal. Deze signalen zijn enkel geldig wanneer M1 en M2 beide stijgend of dalend zijn.
De Moving Average Convergence Divergence is het verschil tussen twee exponentieel voortschrijdende gemiddeldes. Als signaallijn wordt gebruik gemaakt van een exponentieel voortschrijdend gemiddelde van de MACD.
De MACD gaat op zoekt naar trendwijzigingen en tracht de start van een nieuwe trend aan te geven. Hoge waarden van de MACD wijzen op overgekochte condities, lage waarden wijzen op oververkochte condities. Indien er divergentie is met de prijs, wijst dit op het einde van de huidige trend, vooral als de MACD extreem hoge of lage waarden laat optekenen. Wanneer de MACD de signaallijn opwaarts snijdt, geeft dit een koopsignaal. Een neerwaartse snijding met de signaallijn, geeft een verkoopsignaal. Ter bevestiging dient de MACD boven nul te zijn in het geval van een koopsignaal en onder nul voor een verkoopsignaal.
De standaard tijdsperiodes voor de MACD zijn 12 en 26 dagen. Om een vergelijkbare indicator te creëren met andere tijdsperiodes dan de MACD, gebruikt u de Price Oscillator functie.
De MACD werd ontwikkeld door Gerald Appel.
De Net Momentum Oscillator is een variatie op de RSI. Anders dan bij de RSI, wordt de NMO berekend op basis van het Momentum.
Formule: Momentum (Up – Down) / Momentum (Up + Down)
De NMO geeft overgekochte zones (hoger dan +50) en oververkochte zones (lager dan -50) beter weer dan de RSI.
De Net Momentum Oscillator werd ontwikkeld door Tushar S. Chande en Stanley Kroll en werd in 1993 beschreven in een artikel in het magazine ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’
Dit parabolisch systeem op basis van prijs en tijd, ontwikkeld door J. Welles Wilder, wordt meestal weergegeven als ‘SAR’ (stop-and-reversal). Deze indicator wordt uitgebreid besproken in Welles Wilders boek ‘New Concepts in Technical Trading Systems’.
De Parabolic SAR geeft prachtige aan- en verkoopsignalen en kan ook gebruikt worden om een stoploss order te bepalen. Je moet een long positie sluiten wanneer de prijs onder de SAR zakt, een short positie sluit je wanneer de prijs boven de SAR stijgt.
Indien je long gaat (de prijs noteert boven de SAR), zal de SAR dagelijks naar boven evolueren, ongeacht de richting waarin de prijs beweegt. Hoe fel de SAR stijgt, is afhankelijk van de evolutie van de prijs.
De Performance Indicator geeft het procentuele verschil weer tussen de huidige prijs en de prijs aan het begin van een bepaalde periode. De Performance Indicator is ook beter gekend als de ‘genormaliseerde prijs’. Deze indicator is zeer handig om twee aandelen met elkaar te vergelijken of om een aandeel met een index te vergelijken.
De Polarized Fractal Efficiency indicator maakt gebruikt van fractale geometrie om te bepalen hoe efficiënt de prijs beweegt. Wanneer de PFE rond het nulpunt schommelt, wijst dit erop dat er geen duidelijke trend aan de gang is. Als de PFE glad is en zich boven het nulpunt bevindt, wijst dit op een opwaartse trend. Een gladde PFE onder het nulpunt wijst op een neerwaartse trend. Hoe hoger/lager de waarde van de PFE is, hoe sterker de trend is.
De Polarized Fractal Efficiency werd ontwikkeld door Hans Hannula en werd in 1994 beschreven in het tijdschrift ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’.
De Price Oscillator geeft het verschil weer tussen twee voortschrijdende gemiddeldes. In grote mate is de Price Oscillator hetzelfde als de MACD. Het enige verschil is dat de Price Oscillator verschillende tijdsperiodes kan gebruiken, in tegenstelling tot de MACD (12 en 26 dagen).
Wanneer de Price Oscillator boven het nulpunt stijgt, geeft dit een koopsignaal. Duikt de indicator onder het nulpunt dan is dit een verkoopsignaal.
Zie ook Price Oscillator Percent en MACD.
De Price Oscillator Percent geeft het procentuele verschil weer tussen twee voortschrijdende gemiddeldes. Wanneer de Price Oscillator Percent boven het nulpunt stijgt, is dit een koopsignaal. Daalt hij onder nul dan is dit een verkoopsignaal.
Zie ook Price Oscillator.
De Projection Oscillator is gebaseerd op de Projection Bands Indicator. De Projection Oscillator geeft aan waar de slotkoers ligt ten opzichte van de band als percentage. Een Oscillator waarde van 50 geeft aan dat de slotkoers zich in het midden van de band bevindt. Een waarde van 100 geeft aan dat de slotkoers zich tegen de hoogste band bevindt, terwijl een waarde van 0 aangeeft dat de slotkoers zich op de laagste band bevindt.
De Projection Oscillator kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Divergentie met de prijs kan op een prijsommekeer duiden. Extreme waarden (boven 80 of onder 20) geven aan dat de markt overgekocht of oververkocht is. Een voortschrijdend gemiddelde van de Oscillator kan als trigger gebruikt worden. Wanneer de Projection Oscillator dit gemiddelde opwaarts of neerwaarts snijdt, verkrijgt u een aan- of verkoopsignaal. Deze signalen zijn sterker wanneer ze plaatsvinden bij waarden boven 70 of onder 30.
De Qstick Indicator is een exponentieel voortschrijdend gemiddelde van het verschil tussen de openingskoers en de slotkoers. Het woord ‘stick’ in de naam is afkomstig van de candlestick grafiek. Het ‘lichaam’ van een candlestick gaat van de openingskoers tot de slotkoers. Een witte candlestick wijst op een opwaartse dag, een zwarte wijst op een neerwaartse dag. Positieve waarden van de Qstick wijzen op een meerderheid van opwaartse dagen, negatieve waarden op een meerderheid van negatieve dagen.
Wanneer de Qstick Indicator boven het nulpunt stijgt, geeft dit een koopsignaal. Daalt hij onder het nulpunt dan is dit een verkoopsignaal. Ook wanneer de Qstick zeer lage waarden vertoont en plots opveert, geeft dit een koopsignaal. Het omgekeerde is echter ook waar: zeer hoge waarden van de Qstick gevolgd door een forse ommekeer zorgen voor een verkoopsignaal.
Als signaallijn kan u een voortschrijdend gemiddelde van de Qstick gebruiken. In dit geval heeft u oog voor snijdingen van de Qstick met zijn signaallijn. U kan ook op zoek gaan naar divergentie tussen de Qstick en de prijs om het einde van een trend te bepalen of al dan niet als bevestiging van een bepaalde prijsbeweging.
De Qstick Indicator werd ontwikkeld door Tushar S. Chande en Stanley Kroll en wordt beschreven in hun boek ‘The New Technical Trader’.
De Quick Indicator werd ontwikkeld door Linda Raschke en Larry Connors en geeft aan wanneer u bij koerscorrecties een positie in kan nemen in de richting van de trend. Deze indicator bestaat uit twee lijnen; een snelle lijn en een trage lijn.
Snelle lijn: Avg (close, 3) – Avg (close, 10)
Trage lijn: Avg (snelle lijn, 16)
Een koopsignaal wordt verkregen wanneer de trage lijn voor het eerst weer boven de nullijn komt, terwijl de snelle lijn onder de nullijn ligt en een opwaartse draai maakt. Een verkoopsignaal wordt verkregen wanneer de trage lijn voor het eerst weer onder de nullijn komt, terwijl de snelle lijn boven de nullijn ligt en een neerwaartse draai maakt.
De Rate of Change functie geeft de verandering van de koers weer ten opzichte van vorige periodes. Deze functie wordt gebruikt om te bepalen hoe fel de koers wijzigt. Meestal beweegt de ROC rond de 100, dit is enkel gedaan om de waarden makkelijker te kunnen interpreteren en weer te geven. De Rate of Change kan toegepast worden op verschillende data, alsook op andere indicatoren.
Convergentie of divergentie tussen de koersgrafiek en de ROC-grafiek, geven u signalen waarop u kan handelen.
De Random Walk Index wordt gebruikt om te bepalen of een effect zich eerder in een trend bevindt, dan wel willekeurig evolueert. Hoe willekeuriger de evolutie van de prijs, hoe meer de RWI schommelt.
De kortetermijn RWI (2 tot 7 dagen) is een overgekocht/oververkocht indicator, terwijl de langetermijn RWI (8 tot 64 dagen) een trend indicator is. Wanneer de langetermijn RWI van de toppen hoger is dan 1, dan wijst dit op een duurzame opwaartse trend. Is de langetermijn RWI van de bodems echter boven 1, dan wijst dit op een duurzame neerwaartse trend.
We spreken van een koopsignaal als de langetermijn RWI van de toppen en de kortetermijn RWI van de bodems groter is dan 1. Een verkoopsignaal ontstaat wanneer de langetermijn RWI van de bodems en de kortetermijn RWI van de toppen boven 1 stijgt.
De Random Walk Index werd ontwikkeld door Michael Poulos en werd beschreven in zijn artikel in het tijdschrift ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’.
De Range Indicator vergelijkt de intraday range (high – low) met de interday range (huidige slotkoers – vorige slotkoers). Wanneer de intraday range groter is dan de interday range, dan laat de Range Indicator hoge waarden optekenen. Dit wijst op het einde van de huidige trend. Is de Range Indicator op een laag niveau, dan staat er een nieuwe trend te beginnen.
De Range Indicator werd ontwikkeld door Jack Weinberg en werd beschreven in zijn artikel in het tijdschrift ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’.
De Relative Momentum Index is een variatie op de Relative Strenght Index (RSI). Om opwaartse of neerwaartse dagen te bepalen, vergelijkt de RSI de slotkoers met de slotkoers van de dag voordien. De RMI daarentegen vergelijkt de slotkoers met deze van een x-aantal dagen geleden. Een RMI met een tijdsperiode van 1 is identiek aan de RSI.
De waarden van de RMI schommelen tussen 0 en 100. Identiek als de RSI, worden waarden van de RMI boven 70 of onder 30 als overgekocht of oververkocht beschouwd. U kan ook kijken naar divergentie met de prijs. Wanneer de prijs een nieuwe top/bodem bereikt en de RMI doet dit niet, dan wijst dit op een ommekeer.
De Relative Momentum Index werd ontwikkeld door Roger Altman en werd in 1993 geïntroduceerd in zijn artikel in het tijdschrift ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’.
Zie ook Relative Strength Index.
De Relative Strenght Index meet de snelheid en de richting van de verandering van een aandeel. Hiervoor wordt de meest recente koersverandering in verhouding geplaatst tot de koersverandering van een periode in het verleden (meestal 14 dagen). De RSI beweegt tussen 0 en 100. Wanneer de RSI waarden boven 70 of onder 30 aangeeft, duidt dit respectievelijk op een overgekochte of oververkochte markt.
De RSI werd ontwikkeld door J. Welles Wilder en werd voor het eerst geïntroduceerd in 1978 in een artikel in ‘Commodities magazine’, nu gekend als ‘Futures magazine’. Een gedetailleerde beschrijving vindt u terug in zijn boek ‘New Concepts in Technical Trading Systems’.
De r-Squared Indicator berekent in welke mate de prijs een lineaire regressielijn (lijn waarrond de prijs beweegt) benadert. De indicator dankt zijn naam aan de berekening; het kwadraat van de correlatie-coëfficiënt (verwijzing naar de Griekse letter rho, of r). De waarden van deze indicator schommelen tussen 0 en 1.
Hoge r-Squared waarden duiden op een sterke samenhang en dus de indicatie van een trend. Een r-Squared waarde boven het kritische niveau zoals hieronder beschreven wijst op een positieve samenhang tussen de prijs en de lineaire regressielijn met 95% zekerheid.
Aantal periodes | r-Squared kritische waarde (95% zekerheid) |
5 | 0.77 |
10 | 0.40 |
14 | 0.27 |
20 | 0.20 |
25 | 0.16 |
30 | 0.13 |
50 | 0.08 |
60 | 0.06 |
120 | 0.03 |
Hoe kunnen we je helpen? Het is ons vak en we vinden het boeiend om erover te praten.