De Stochastic Momentum Index is gebaseerd op de Stochastic Oscillator. Het verschil is dat de Stochastic Oscillator de waarde weergeeft die de afstand weerspiegelt tussen de actuele slotkoers ten opzichte van de range over x dagen. De SMI daarentegen geeft de waarde weer die de afstand weerspiegelt tussen de laatste slotkoers en het middelpunt van de range over x periodes. De SMI varieert tussen +100 en -100. Wanneer de slotkoers groter is dan het middenpunt, noteert de SMI boven nul, als de slotkoers lager is dan is de SMI negatief.
De SMI wordt op dezelfde manier geïnterpreteerd als de Stochastic Oscillator. Waarden lager dan -40 wijzen op een oververkochte markt en geven dus een koopsignaal. Waarden hoger dan +40 wijzen op een overgekochte markt en geven een verkoopsignaal.
De Stochastic Momentum Index werd ontwikkeld door William Blau en werd in 1993 beschreven in een artikel in het tijdschrift ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’
De Stochastic Oscillator, ontwikkeld door George Lane, meet de verhouding van de slotkoers tot een bepaalde range in het verleden (meestal 5 dagen). De waarden variëren van 0 tot 100. De SO hanteert drie ‘Stochastics’: de K%-lijn, de D%-lijn (gewijzigd gemiddelde van de K%-lijn) en de slowD%-lijn (voortschrijdend gemiddelde van de D%-lijn).
D%-waarden boven 75 wijzen op een overgekochte markt, waarden onder de 25 wijzen op een oververkochte markt.
De Stochastic RSI is een indicator van een indicator. Het berekent de Relative Strength Indicator (RSI) in verhouding tot zijn range om de gevoeligheid van de RSI te verhogen. De waarden variëren van 0 tot 1.
De Stochastic RSI kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Waarden onder de 0.20 worden als oververkocht beschouwd, waarden boven 0.80 als overgekocht. Wanneer de Stochastic RSI beweegt van een oververkochte waarde tot boven het middelpunt (0.50) dan wordt dit als een koopsignaal beschouwd. Evolueert deze indicator van een overgekochte waarde naar een waarde onder het middelpunt, dan wordt dit als een verkoopsignaal gezien. Let ook op divergentie met de prijs om een trendommekeer te herkennen.
Zie ook Stochastic, Stochastic Oscillator en RSI.
De Stochastic RSI werd ontwikkeld door Tushar S. Chande en Stanley Kroll en wotfy beschreven in hun boek ‘The New Technical Trader’.
De Trend Score is een eenvoudige indicator die tracht aan te tonen wanneer de koers van een effect zich in een trend bevindt door de slotkoers te vergelijken met de slotkoers van x dagen geleden.
Wanneer de huidige slotkoers groter (of gelijk) is dan de vorige slotkoers, bedraagt de Score 1. Is de huidige slotkoers lager, dan bedraagt de Score -1. De Trendscore is de voortschrijdende som van deze positieve en negatieve waarden over de voorbije x-aantal dagen.
Het Triple Momentum (5-,15- en 25-daags) is een ‘buy & hold indicator’. Wanneer de indicator de triggerlijn opwaarts snijdt, geeft dit een koopsignaal. Een neerwaartse snijding van de indicator met de triggerlijn duidt op een verkoopsignaal.
Het Triple Momentum werd ontwikkeld door Gerald Appels en wordt uitvoerig beschreven in zijn boek ‘Power Tools for Active Investors’.
De TRIX Indicator berekent de mate van verandering van een drievoudig exponentieel voortschrijdend gemiddelde. De waarden van deze indicator bewegen rond het nulpunt.
Wanneer de TRIX het nulpunt opwaarts snijdt, geeft dit een koopsignaal. Een neerwaartse snijding met het nulpunt geeft een verkoopsignaal. Als signaallijn wordt vaak gebruik gemaakt van een 9-daags exponentieel voortschrijdend gemiddelde van de TRIX. Snijdt de TRIX de signaallijn opwaarts en met een positieve waarde dan geeft dit een koopsignaal. Is de snijding neerwaarts, samen met een negatieve waarde van de TRIX dan geeft dit een verkoopsignaal.
De TRIX werd ontwikkeld en geïntroduceerd door Jack K. Hutson, uitgever van het tijdschrift ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’.
De True Range wordt gebruikt bij de berekening van tal van indicatoren, in het bijzonder bij de Welles Wilder DX. Het is een basisberekening die gebruikt wordt bij de bepaling van de range van een aandeel of grondstof.
De True Strength Index is een variatie van de Relative Strength Index (RSI). De TSI gebruikt een dubbel afvlakkend exponentieel voortschrijdend gemiddelde van het prijsmomentum om onregelmatige prijzen te elimineren en trendwijzigingen te ontdekken. Het is een technische momentum indicator die investeerders helpt te bepalen wanneer een aandeel overgekocht of oververkocht is.
De berekening gebeurt als volgt. Ten eerste berekent u het prijsverschil van een bepaalde periode ten opzichte van een andere periode. Vervolgens neemt u een 25-daags exponentieel voortschrijdend gemiddelde (EMA) van deze prijsverandering. Als laatste wordt er een 13-daags EMA toegepast op dit resultaat om de indicator gevoeliger te maken voor heersende marktomstandigheden.
Waarden onder -25 duiden op een oververkochte markt, waarden boven +25 op een overgekochte markt (vergelijkbaar met 30 en 70 bij de RSI).
De True Strength Index werd ontwikkeld door William Blau en wordt beschreven in zijn boek ‘Momentum, Direction and Divergence’.
De Typical Price Indicator is simpelweg een gemiddelde van de koers van elke dag.
De TPI wordt als volgt berekend: (High + Low + Close) / 3
Vergelijkbare indicatoren zijn de Median Price en Weighted Close.
De Ultimate Oscillator maakt gebruik van het gewogen gemiddelde van drie verschillende tijdsperiodes, meestal 7, 14 en 28. Dit vermindert de volatiliteit en beperkt valse signalen.
De waarden variëren van 0 tot 100. Waarden boven 70 wijzen op een overgekochte markt, waarden onder 30 op een oververkochte markt. Let ook op divergentie met de prijs om een trend te bevestigen of om het einde van een trend te bepalen.
De Ultimate Oscillator werd ontwikkeld door Larry Williams en werd in 1985 geïntroduceerd in het magazine ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’
Het Up Average is een voortschrijdend gemiddelde van de stijgingen tussen opeenvolgende prijzen, ontwikkeld door J. Welles Wilder. Het wordt onder andere gebruikt bij de berekening van de RSI.
VYDIA is een acroniem van Variable Index DYnamic Average. De VYDIA Indicator is een exponentieel voortschrijdend gemiddelde waarvan het aantal periodes en de belangrijkheid van een bepaalde periode afhankelijk is van de volatiliteit. Hoe hoger de volatiliteit, hoe meer belang er wordt gegeven aan de meest recente waarden.
De VIDYA Indicator lost een belangrijk probleem op waar veel voortschrijdende gemiddeldes last van hebben. In tijden waarin de volatiliteit laag is, bijvoorbeeld wanneer de koers zich in een trend bevindt, moet de tijdsperiode van het voortschrijdende gemiddelde korter zijn. Op deze manier is de indicator gevoeliger aan de onvermijdelijke breuk van de trend. In volatiele periodes zonder trend, dient de tijdsperiode van het voortschrijdend gemiddelde langer te zijn om de schommelingen eruit te filteren.
De VYDIA Indicator werd ontwikkeld door Tushar S. Chande en werd voor het eerst geïntroduceerd in 1992 in het magazine ‘Technical Analysis of Stocks & Commodities’. In zijn artikel dat in 1995 verscheen, wijzigde Chande de VYDIA Indicator om zijn eigen Chande Momentum Oscillator (CMO) te gebruiken als Volatility Index.
De VYDIA Indicator is beter bekend als de Variable Moving Average.
De Weighted Close is vergelijkbaar met de Typical Price Indicator, het enige verschil is dat de slotkoers hier zwaarder doorweegt.
De berekening gebeurt als volgt: (High + Low + (Close x 2)) / 4
De Weighted Close wordt gebruikt bij de berekening van verschillende indicatoren en wordt beschreven in Steven Achelis’ boek ‘Technical Analysis A-Z’.
De Williams %R geeft de waarde van de slotkoers weer in relatie tot de hoogste high over een bepaalde periode. Deze indicator is het tegengestelde van de Fast Stochastic Oscillator.
De waarden variëren van 0 tot 100 en worden vaak weergegeven op een omgekeerde schaal, met 100 onderaan en 0 bovenaan. Waarden onder 20 wijzen op een overgekochte markt waarbij een verkoopsignaal ontstaat wanneer de 20-lijn doorsneden wordt. Waarden boven de 80 duiden op een oververkochte markt. Als de 80-lijn doorsneden wordt, geeft dit een koopsignaal.
De Williams %R indicator werd ontwikkeld door Larry Williams.
Williams Accumulation/Distribution tracht de marktdruk te meten. Het is een indicator die je in relatie tot de koers moet bekijken om zo op zoek te gaan naar divergentie. Wanneer de koers een nieuwe low maakt maar de indicator doet dit niet, is dit een positief signaal, omgekeerd geldt hetzelfde.
De Williams Accumulation/Distribution Indicator werd ontwikkeld door Larry Williams en is beter bekend als de Williams AD.
De Zig Zag Indicator haalt kleine prijsbewegingen eruit om zo trends weer te geven. Eigenlijk is de Zig Zag dus geen indicator op zich, maar eerder een tool of een filter. Op zichzelf heeft hij geen enkele voorspellende waarde, het is dus aangeraden om de Zig Zag te gebruiken in combinatie met andere tools zoals de Elliot Wave of Fibonacci Retracements. Het doel van de Zig Zag is om grafieken overzichtelijker te maken.
Hoe kunnen we je helpen? Het is ons vak en we vinden het boeiend om erover te praten.