De Absolute Breadth Index geeft de mate van activiteit, volatiliteit weer. Hierbij wordt er geen rekening gehouden met de richting van koersverandering.
De waarden van de ABI zijn steeds positief. Hoge waarden duiden op een actieve markt met veel volatiliteit. Lage waarden wijzen op een lage volatiliteit.
De Absolute Breadth Index werd ontworpen door Norman G. Fosback en wordt beschreven in zijn boek ‘Stock Market Logic’.
De Advance/Decline Line is de meest populaire advance/decline indicator. De A/D-lijn wordt berekend op basis van het verschil tussen het aantal stijgende en het aantal dalende waarden binnen een markt of index. De uitkomst telt men op bij de waarde van de dag voordien en zo bekomt men de A/D-lijn.
De Advance/Decline Line van een markt of index (zoals de NYSE of de NASDAQ) beweegt met de prijs van de marktindex. Wanneer een nieuwe markttop of een stijging niet bevestigd wordt door een nieuwe high van de A/D-lijn, wijst dit op een mogelijke verzwakking van de markt. Omgekeerd geldt dit ook; een dalende markt en een stijgende A/D-lijn wijst op een mogelijke heropleving van de markt.
De Advance Decline Line Breadth geeft het percentage stijgende waarden weer ten opzichte van het totaal aantal stijgende en dalende waarden binnen een markt of index.
De A/D Line Breadth beweegt tussen 0 en 100. Men voegt vaak een voortschrijdend gemiddelde aan deze indicator toe omdat hij niet cumulatief is.
De Advance/Decline Ratio geeft de verhouding weer tussen het aantal stijgende waarden en het aantal dalende waarden binnen een markt of index.
Om de Advance/Decline Ratio te berekenen, deel je het aantal stijgers van een bepaalde dag door het aantal dalers van die dag. Een A/D ratio met een waarde van 2 wil zeggen dat er dubbel zoveel stijgers waren dan dalers. Een waarde onder 1 wijst erop dat er meer dalers dan stijgers waren. De A/D Ratio kan voor verschillende periodes berekend worden.
De Advancing/Declining Issues indicator is de eenvoudigste van de A/D-indicatoren. Het is het verschil tussen het aantal stijgende waarden en het aantal dalende waarden van een markt of index.
De waarden van deze indicator bewegen rond het nulpunt. Extreem hoge waarden wijzen op overgekochte condities, extreem lage waarden op oververkochte condities.
De Advancing/Declining Issues indicator is ook gekend als de Advance/Decline Spread.
De Arms Index vergelijkt het aantal stijgers en dalers binnen een markt of index met de volumes en is op deze manier een indicator die het marktsentiment tracht weer te geven.
De Arms Index wordt als volgt berekend:
(aantal stijgers/aantal dalers) / (volume stijgers/ volume dalers)
Waarden onder 1 wijzen op meer volume bij de stijgers, terwijl waarden onder 1 aangeven dat de meerderheid van het volume bij de dalers aanwezig is. Stijgt deze indicator boven 1.2 dan wordt de markt als oververkocht beschouwd. Waarden onder 0.7 duiden op een overgekochte markt.
De Arms Index is ook bekend als de korte termijn TRading INdex (TRIN) en werd in 1967 ontwikkeld door Richard W. Arms.
De Bolton Tremblay Indicator is een complexere versie van de Advance/Decline Ratio indicatoren. Deze indicator tracht trendwijzigingen op te sporen en meet de algemene sterkte of zwakte van een index of markt.
De Breadth Thrust indicator is een 10-daags voortschrijdend gemiddelde van de Advance/Decline Line Breadth. We spreken van een Breadth Thrust formatie wanneer de Breadth Thrust indicator van een waarde onder 40% beweegt naar een waarde boven 61.5% en dit binnen een periode van 10 dagen. Dit wijst erop dat de markt in snel tempo verandert van een oververkochte markt naar een sterke opwaartse trend. Dergelijke formaties zijn eerder zeldzaam maar indien ze voorkomen, zijn ze een zeer goede indicatie voor een bull-markt.
De Breadth Thrust indicator werd ontwikkeld door Dr. Martin Zweig.
Bretz TRIN-5
De Bretz TRIN-5 indicator is een 5-daagse voortschrijdende som van de TRIN.
Wanneer de Bretz TRIN-5 indicator een top maakt boven 6 en daarna daalt, ontstaat er een koopsignaal. Indien de indicator een low onder 4 maakt en daarna stijgt, ontstaat er een verkoopsignaal.
De Bretz TRIN-5 indicator werd ontwikkeld door William G. Bretz en werd in 1972 beschreven in zijn boek ‘Juncture Recognition in the Stock Market’.
De Cumulative Volume Index is een cumulatief totaal van het verschil tussen het opwaarts volume en het neerwaarts volume. Het is een momentum indicator die aangeeft of er geld in of uit de markt stroomt.
De CVI is vergelijkbaar met het On Balance Volume (OBV) en wordt gebruikt voor het bepalen van de algemene trend en zijn startpunt.
Hoe kunnen we je helpen? Het is ons vak en we vinden het boeiend om erover te praten.