Methodes van Beleggen
Fundamenteel eenvoudig beleggen (3)
door Jacques Collin
Voor de volgende twee strategieën is wel enig speurwerk nodig. Dit beperkt zich echter tot een minimum aan gegevens die moeten wordengevonden op het Internet. Helaas moet daarom elk aandeel afzondelijk worden bekeken en vergt dus wat meer tijd. Maar het resultaat is dan ook bijzonder leerrijk.
De ” Magische Formule” of ROC/KW strategie komt van Joel Greenblatt, één van de meest succesvolle beleggers van de laatste 20 jaar. Greenblatt studeerde aan de Harvard Business School. Hij startte een eigen fonds met $7 miljoen kapitaal, en amper tien jaar later groeide dit aan tot … $350 miljoen, hetgeen een gemiddelde jaarlijks return betekent van 50%! Hij is dus ongetwijfeld een onderlegde belegger wier strategie ongetwijfeld de grootste aandacht verdient.
De onderliggende gedachte in zijn strategie, die wordt beschreven in zijn boek ” The little book that beats the market”, is dat getracht wordt goede bedrijven te kopen tegen bodemprijzen. Greenblatt verwoordt het zelf zo: “Een aandeel kopen van een goed bedrijf is beter dan een aandeel kopen van een slecht bedrijf. Eén manier om dit te doen, is bedrijven kopen die de eigen middelen tegen hogere rendementen kunnen herinvesteren, in plaats van het kopen van bedrijven die hun middelen enkel maar lage returns kunnen laten opbrengen. Bedrijven die een hoog rendement op het geïnvesteerde kapitaal realiseren zijn met andere woorden beter dan bedrijven die een lage return op kapitaal realiseren.”
Simpeler kan het uiteraard niet en het is evident dat dit bijzonder effectief moet zijn en bovengemiddelde returns kan opleveren.. Maar het probleem is en blijft uiteraard: hoe spoort men dergelijke bedrijven op?
De Greenblatt-methode, die blijkbaar kan rekenen op een groot enthousiasme vanwege de grootste beleggers en analisten, is in principe doodeenvoudig en uiterst rendabel. Hij bewijst dit door een studie waarbij hij 3500 aandelen van de amerikaanse markt rangschikte in dalende volgorde van twee ratio’s, namelijk de ROC (Return on Capital) en het Winstrendement. Wie uit die lijst dan consequent deze met de hoogste ROC en Winstrendement zou hebben gekocht, zou in de periode 1988-2004 een jaarlijkse return van niet minder dan 30,8% hebben opgestreken en op die 17 jaar slechts één verliesjaar, (namelijk 2002) hebben gekend.
Bovendien bleken niet enkel de small caps uit die selectie 3 maal beter te hebben gepresteerd dan het marktgemiddelde, maar werd nooit geld verloren op aandelen die minstens drie jaar in portefeuille bleven. Indien dit alles juist is, is er waarschijnlijk geen zekerder manier om buitengewone returns te realiseren!
Deze methode werd onlangs nog uitgetest door een onafhankelijk analist uit Peer (www. Magischeformule. Com), die maandelijks 3 aandelen selecteerde volgens Greenblatt’s methode. Wat was het resultaat? Na vijf maanden bleken uit de tot dan 22 geselecteerde aandelen meer dan 80% winnaars te zitten.7 aandelen leverden een return op van meer dan 30%,10 aandelen lieten een stijging optekenen van meer dan 20% en 18 aandelen stegen meer dan 10%. Een gemiddelde stijging van 20,4%! Slechts één van de verliezers daalde met meer dan 10%.
Voor diegenen die deze methode op bvb. Belgische of europese aandelen wil toepassen kan het winstrendement eenvoudig worden gevonden door het omgekeerde te nemen van de K/W verhouding, een gegeven dat probleemloos kan worden gevonden. Voor de ROC daarentegen is het wat ingewikkelder omdat die waarde voor niet-amerikaanse aandelen niet hapklaar te vinden is. Hij wordt principieel gedefiniëerd als de procentuele verhouding tussen de netto bedrijfswinst en het geïnvesteerde kapitaal, d.w.z. De som van eigen vermogen en langetermijnschuld. Een goed benaderende waarde kan echter relatief gemakkelijk worden gevonden op de site www.tijd. Be (Profiel-Kerncijfers & Jaarrekening) als “rendement op de totale activa “. Deze ratio wordt op die site gedefiniëerd als het rendement op de door aandeelhouders en schuldeisers ingezette middelen” waarbij dus hoogstwaarschijnlijk enkel de langetermijnschulden worden beschouwd zoals vereist.
Dit gegeven vinden noodzaakt dus wat meer en vooral tijdrovender zoekwerk, waardoor deze methode dus in feite niet onmiddellijk valt onder de noemer: “gemakkelijk te vinden data”. Deze methode, net zoals de volgende, werd toch hier onder gebracht omdat ze in feite zo veelzeggend, nuttig en eenvoudig is en er toch geen ingewikkelde berekeningen nodig zijn.
Zoals voor de vorige methodes gebruiken we liefst een Excel Spreadsheet, alhoewel het ook wel zonder kan natuurlijk. Wat de winstrendementen betreft hebben we die reeds bekomen in kolom J (Koers-Winst methode-Eenvoudig Beleggen 2). De ROC-waarden worden, zoals aangegeven opgezocht op de site www. Tijdnet. Be en ingevuld in kolom K bvb. Elke kolom sorteren we nu achtereenvolgens volgens dalende waarden en, afhankelijk van het aantal gewenste aandelen, nemen we er de eerste “zoveel ” uit.
In ons voorbeeld werden er de eerste twintig uit genomen. Om te beginnen wordt gezocht welke aandelen in beide kolommen voorkomen. Deze worden dan aanvankelijk als koopwaardig beschouwd. De zes aandelen die aan de gestelde voorwaarden voldeden, werden in de tabel in vetjes afgedrukt. Het zijn achtereenvolgens: Punch International, Option, CMB, Miko, Euronav en Brantano. Ook de aandelen die in één van de categorieën bijzonder hoog scoren mogen uiteraard in aanmerking worden genomen. Dit geldt bvb. voor de aandelen uit de banksector waarvan de bijzondere lage ROC (<1!) vooral te wijten is aan de bijzondere financiële structuur van die sector. Een aandeel als Fortis mag dus zeker niet op het lijstje ontbreken.
Dit geldt ook voor aandelen als Cumerio,EVS of Melexis die ook al via de K/W en PEG methodes werden opgespoord.
In de vorige methodes werd vaak gebruik gemaakt van de koers als een der elementen van een ratio. De koers is echter ver van een valabel gegeven wat de waarde van een bedrijf betreft, omdat ze vooral wordt bepaald door de wet van vraag en aanbod en niet steeds door objectieve bedrijfscijfers. In de hier voorgestelde methode, waarin voornamelijk wordt getracht een “Waarde” te plakken op een aandeel, wordt er van uit gegaan dat, wat een belegger feitelijk nodig heeft, zoiets is als een Waarde/Prijs ratio.
Daardoor zou hij onmiddellijk weten of een aandeel, goedkoop, duur of juist geprijsd is. Er bestaat, zoals reeds vroeger uiteengezet (zie het artikel van Patrick Deceuninck in Investa van maart 2005 en mijn artikel in het magazin van januari 2006), het verdisconteringsmodel dat poogt de intrinsieke waarde te bepalen.
Deze theorie is wel relatief eenvoudig en theoretisch elegant, maar daarentegen niet steeds eenvoudig om toe te passen. Bovendien steunt ze niet enkel op een aantal onzekere schattingen aangaande dividenduitbetalingen, groeivoeten en risicofactoren, maar is vaak mathematisch onstabiel.
Bart A. Diliddo,PhD, uitgever en grondlegger van de Vectorvest Advisory en o. A. jarenlang de Executive Vice President van een Fortune 500 bedrijf, heeft een methode bedacht (ref: Stocks,Strategies & Common Sense -HSC Publishers ) om meer realistische beoordelingen te bekomen die eerder steunen op feiten dan op gissingen.
Daarbij gaat hij er van uit dat de aandelenmarkt wordt gedreven door drie machtige krachten: winsten, rentevoeten en inflatie. Dit lijkt inderdaad erg zinvol. Immers: het is genoegzaam geweten dat de aandelenkoersen stijgen
In het tegengestelde geval trekken de beleggers meestal hun geld terug uit de aandelenmarkt, gaan meer beleggen in bvb. Obligaties met het resultaat dat de koersen gaan dalen.
Ook voor deze methode is wat extra inspanning nodig en moeten niet enkel zoals in de vorige methode de ROC-waarden opgezocht, maar is minstens een rekenmachientje nodig gezien er een worteltrekking voorkomt in bepaalde formules (en wie weet heden te dage nog hoe dit manueel moet gebeuren?). Met een Excel worksheet zal de hele methode, zoals alle vorige, heel gemakkelijk uit te voeren blijken.
Er werden in deze artikelreeks zes bijzonder eenvoudige methodes besproken die van de modale beginnende belegger een minimum aan inspanning, opzoekingswerk en kost vergen. Dit was ook de opzet. Het is wel merkwaardig dat we bij de onderscheiden systemen dikwijls dezelfde andelen zien opduiken. Er is dan ook een grote kans dat, bij toepassing van één of meerdere van deze simpele systemen, een vrij goede portefeuille kan worden samengesteld. Men kan er in elk geval van verzekerd zijn dat men het maximum haalt uit de de voorhanden zijnde gegevens.
Alles valt of staat uiteraard met de betrouwbaarheid van deze laatste. Maar men moet wel vertrouwen hebben in de eerlijkheid, de bekwaamheid en de voorspellingen van de analisten die aan de basis liggen van de gegevens. De meeste andere beleggers steunen hun analyses trouwens op dezelfde gegevens en er is dus geen reden om te twijfelen aan de goede afloop van de eigen analyse.
Wel zijn er in de samenstelling van de portefeuille een aantal elementaire regels te respecteren wil men de resultaten maximaliseren. We zetten er enkele op een rijtje:
Een nauwkeurig bekijken van de met deze methodes geselecteerde aandelen zou moeten toelaten om op eenvoudige wijze aandelen te selecteren van uitstekende bedrijven aan redelijke prijzen en die op termijn behoorlijke returns garanderen. Goede bedrijven zijn uiteraard die met een hoge ROC, aanhoudende winstgroei en producten die weinig te vrezen hebben van de concurrentie. Wat de prijs betreft moet men eventueel het nodige geduld opbrengen om te wachten tot wanneer de aandelen voldoende ondergewaardeerd zijn. Het is immers te verwachten dat mettertijd de koers zal toegroeien naar de intrinsieke waarde.
Op die manier zal men tevens beantwoorden aan de raad van Warren Buffett, volgens sommigen de grootste belegger aller tijden: “It’s far better to buy a wonderful company at a fair price than a fair company at a wonderful price.”
Slotopmerking
In de onderzochte Belgische aandelen werden de holdings niet in aanmerking genomen omdat, bij hen, de voor de andere aandelen gebruikte data in de cijferlijsten niet worden weergegeven. Wel beschikt men voor die aandelen een ander belangrijk gegeven, namelijk de intrinsieke waarde, hetgeen onmiddellijk toelaat hun onderwaardering te bepalen. Hierop steunend, kan men ernstig overwegen ook de goedkoopste in de portefeuille op te nemen. Dit zou dan bvb. Gelden voor Atenor,Agridec en Ackermans & Van Haaren.
Jacques Collin