Buy en Hold Dividenden strategie

TransStock > Fundamentele analyse > Beleggingsvormen > Buy en Hold Dividenden strategie

door Jacques Collin

Een van de moeilijkste problemen bij het samenstellen van een portefeuille is uiteraard het kiezen van de aandelen die er deel moeten van uitmaken. Elke belegger wil er uiteraard zoveel mogelijk rendement uit halen, en gaat daarom op zoek naar die aandelen waarvan hij meent dat ze het hem kunnen bezorgen.

Er is echter zoveel keuze dat dit een uiterst moeilijke opgave is, Hij weet natuurlijk wel dat er methodes zijn die hem daarbij kunnen helpen zoals technische en fundamentele analyse, maar daar is vooreerst wel een flinke dosis kennis voor nodig en bovendien: hoe beginnen aan die oefening met een markt van tienduizenden aandelen werldwijd! Meestal neemt hij dan zijn toevlucht tot wat anderen hem toefluisteren of zoekt info op het Internet, Maar hij stelt weldra vast dat de aanbieding enorm is en dat, over de manier om de winnende aandelen te bepalen, ontelbare boeken en artikels werden geschreven en al evenveel verschillende strategieën worden gepromoot. Daarbij komt nog dat het soms moeilijk is om uit te maken of die aanbevelingen al dan niet door de bedrijven zelf gestuurd zijn.

Gewoonlijk worden door de band dan ook achtereenvolgens verschillende methodes uitgetest waarbij meestal geld wordt verloren omdat in de meeste voorgestelde strategieën hoe dan ook voornamelijk wordt getracht de markt te timen. Op langere termijn gezien, loopt het daar meestal mis. Want hij merkt al snel dat het niet enkel uiterst moeilijk is om te bepalen wanneer een aandeel ondergewaardeerd of overgewaardeerd is, maar ook dat voor de meeste “schijnbaar” beste aanbevelingen dik dient te worden betaald.
Elke site verzekert hem steevast de toekomst te kunnen voorspellen en belooft hem reuzewinsten…tot hij beseft dat hij het na verloop van tijd niet beter heeft gedaan dan de Dow Jones of de S&P. Wat de betaalsites betreft moet bovendien het abonnement regelmatig worden vernieuwd omdat er voortdurend wordt gekocht en verkocht met alle transactiekosten van dien! Voor wat de andere betreft is het onontbeerlijk de beurs regelmatig op te volgen wil men niet voor verrassingen komen te staan, wat dan gewoonlijk weer bijzonder slecht is voor de nachtrust!

Hij komt dan ook weldra tot het besluit dat een even goed rendement kon behaald worden door zelf verstandig zijn aandelen te kiezen weliswaar door gebruik te maken van een weldoordachte strategie die uiteraard wel kan geïnspireerd zijn door de adviesen uit betrouwbare bronnen.

In het INVESTA maandblad heb ik reeds een bepaald aantal strategieën onder de loep genomen die relatief gemakkelijk te volgen zijn en grondig beschreven zijn in de ” Little Book”-series van o, a, Greenblatt, Bogle, Navellier of Pat Dorsey. Ook de Kern-satellietstrategie van Thierry Debels en het hoog-dividendbeleggen heb ik besproken. In deze laatste strategie werd voornamelijk belegd in aandelen van bedrijven die wettelijk verplicht zijn een groot deel van hun winst als dividend uit te betalen (MLP’s,Preferred stocks,Royalty Trusts,BCD’s,,,). Hun yields liggen tamelijk hoog, maar de waarde van de aandelen verandert gewoonlijk maar weinig, terwijl de betrokken bedrijven in slechte tijden niet steeds 100% betrouwbaar zijn. Maar bij die methode heeft men, gezien de regelmatige dividend-uitbetalingen, toch minstens het gevoel dat men goed bezig is.

Wat dividenden aangaat tonen ernstige studies aan dat een niet onbelangrijk deel van het langetermijn-aandelenrendement voortkomt uit de dividenden en er sinds meer dan een eeuw een aantoonbare relatie bestaat tussen dividenden en marktwaarden. Met andere woorden: het is een aangenomen feit dat dividenden waarde scheppen. Over de langere termijn beschouwd, bedraagt dit gedeelte, voor de S&P500 aandelen bvb, om en bij de 2%. Dit zal vooral niet te onderschatten zijn in de periode van beperkte groei en rendement die wordt voorzien voor de toekomst. Wat meer is, volgens Ned Davis Research was, tussen 1972 en 2006, en voor het totaal van de marktaandelen, het totale rendement voor de dividend-uitbetalende bedrijven 6% hoger dan voor de bedrijven die geen dividenden uitbetaalden. Verder deden, in de beursongunstige periode 1970 en 2000, de dividend-aandelen het maandelijks 1,5% beter dan debrede markt.

Verstokte dividend-beleggers geloven steevast dat hun methode een van de beste en gemakkelijkste manieren is om, over een langere periode gemeten, hun belegging te laten groeien en dat de onderliggende waarde van een aandeel eerder wordt weergegeven door de dividenden dan door de gemaakte winsten of de vooruitzichten van kapitaalgroei.. Kortom, het dividendrendement ( yield ) van een aandeel is de beste waardemeter voor de intrinsieke waarde en de stuwende kracht voor de koers omdat, buiten het leveren van inkomen, het werkelijk iets vertelt over de gezondheid van het bedrijf, wat winsten en boekwaarde niet steeds doen,
Maar kan toch nog extra veiligheid worden ingebouwd in deze strategie en bestaat er geen mogelijkheid om er voor te zorgen dat men zich niet enkel kan verzekeren van regelmatige dividenden terwijl men met een gerust hart zijn portefeuille gedurende jaren niet meer moet bekijken?
Jawel, en daar gaat deze bijdrage over.

Maar eerst nog een kort woordje over het belang van dividenden, want daar bestaan uiteraard veel meningen over. Tegenstanders zullen opperen dat een dividend geen rente is maar uiteindelijk een gedeelte van het eigen kapitaal van een onderneming en waarvan de waarde derhalve in mindering wordt gebracht van de koers. Wat er op neerkomt dat de belegger het dividend dus zelf heeft betaald en er bovendien nog taks heeft op afgedragen ook nog. Maar indien het dividend enkel wordt uitbetaald vanuit de winst is er over het algemeen niets mis mee tenzij duidelijk zou blijken dat het bedrijf geen weg weet met een te grote hoeveelheid cash.
Dat laatste echter buiten beschouwing gelaten, is het wel duidelijk dat bedrijven, die een gedegen winst maken en een stukje daarvan uitkeren aan dividenden, gemiddeld genomen veruit de betrouwbaarste aandelen zijn.

Veel onregelmatigheden zal men in dergelijke ondernemingen dan ook niet tegenkomen. Bovendien is het management genoodzaakt om ieder jaar voldoende cash te reserveren voor de dividenduitkering en dat blijkt meestal een uiterst efficiënt middel tegen managers die maar al te veel op riante bonussen uit zijn.

Daarenboven kan in een boekhouding veel minder worden gesjoemeld zodra het over dividenden gaat. Deze worden immers betaald of niet betaald. Worden ze regelmatig betaald, dan is het tekenend voor een gezonde financiële situatie en, indien niet, dan moet daarvoor een gegronde reden zijn. Regelmatig stijgende dividenden zijn voor de belegger, vooral bij grote ondernemingen, behalve een verzekerde inkomstenbron, tevens een betrouwbare beoordelingsmeter voor hun winstevolutie en derhalve een goede ondersteuning van de aandelenkoers.

Vermits daling of schrapping van het dividend door de belegger gewoonlijk slecht wordt onthaald zullen ondenemingen dit dan ook, zelfs in moeilijke tijden, zoveel mogelijk willen vermijden,
De buy en hold dividendenmethode werd voor het eerst uiteengezet door Geraldine Weiss en bestaat er in om kwaliteitsaandelen, zegge zogenaamde ” blue chips” te kopen die bovendien aan strenge dividend-normen voldoen. De (weinig) in aanmerking komende blue chips moeten per definitie welbekende, stevige, financieel gezonde en historisch veilige aandelen zijn, waarvan de meestal gevestigde bedrijven regelmatig winst maken en een sterke operationele cashflow hebben waarvan jaarlijkse oplopende dividenden kunnen worden uitbetaald. Het zijn ondernemingen die gekend zijn voor hun kwaliteitsproducten en/of diensten, hun sterk management team, hun intelligente beslissingen, hun capaciteit om het hoofd te kunnen bieden aan de stormen op de financiële markten en hun mogelijkheid om te zorgen voor riante totaalrendementen in contanten. Dit duidt op kwaliteit en het is geweten dat er daarvoor geen rendabel vervangmiddel bestaat,

Hoge en veilige dividenden zijn traditioneel een kenmerk van sectoren zonder veel cyclische blootstelling, zoals nutsbedrijven, defensieve consumptiegoederen, gezondheidszorg, telecommunicatie en energie. Het zijn meestal ook bedrijven met een hoge beurskapitalisatie en met een lang verleden,Het zijn tevens bedrijven waarvan financiële toestand en marktstrategie gemakkelijk te volgen zijn en zelfs goede resultaten hebben getoond tijdens de crash van 2008-2009. We denken hierbij bvb, aan Coca-Cola,Pepsi, McDonald’s,3M of Walmart voor de VS en Shell, Nestlé,Sanofi of Unilever internationaal.

De typische dividendbelegger is een belegger die maximaal tracht te zorgen voor het behoud van de waarde van zijn portefeuille, daarbij op rekenend dat de constant verzekerde dividenden- instroom en derhalve de gedroomde aanhanger van de Buy en Hold Dividenden-strategie..
De basis van deze bestaat er voornamelijk in te investeren in verhandelbare aandelen van grote bedrijven die jaar na jaar hun dividend verhogen.

Om in aanmerking te komen voor aankoop, moet, volgens G. Weiss:

  1. Het bedrijf zijn dividend minimaal 5 maal verhoogd hebben in de afgelopen 12 jaar.De groei van het dividend is immers bij uitstek het kenmerk van ” blue-chip-kwaliteit”. Een bedrijf dat lang een regelmatige groei vertoont, moet immers in staat zijn niet enkel een dividend uit te keren, maar dit tevens minstens vijf maal te verhogen in een periode van 12 jaar.
  2. Het dividend de laatste 25 jaar ononderbroken zijn uitbetaald.Gewaarborgde dividend-uitbetalingen over een lange periode zijn bij uitstek de kenmerken van een rendabele, wel-gemanaged bedrijf dat haar goede resultaten wil delen met haar beleggers. Een extensieve dividend- geschiedenis stelt beleggers ook in staat om een leerrijk profiel van het dividendrendement, en derhalve van het gedrag van het bedrijf, op te maken tijdens kritieke periodes in de investeringscyclus van het aandeel.
  3. De bedrijfswinst gedurende de laatste 12 jaar minstens 7 maal zijn gestegen.Ook hier gaat de aandacht naar een teken van evolutie van omzet en winst, met winstmarges voldoende onder controle. Winsten moeten niet noodzakelijk elk jaar verhogen, maar 7 maal groei tijdens in een periode van 12 jaar lijkt toch onontbeerlijk.
  4. Het aantal aandelen op de markt minstens 5 miljoen zijn. Hiermede heeft men de verzekering dat de markt voldoende liquide is om institutionele beleggers, banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en andere geldmanagers toe te laten het aandeel in hun portefeuille op te nemen. Institutionelen staan immers in voor minstens 80% van de totale aandelenactiviteit en, bij gebrek aan voldoende uitstaande aandelen om grote aandelen paketten te kunnen verhandelen zonder dat de prijs beduidend wordt beïnvloed, zal het aandeel voor hen niet aantrekkelijk zijn. Met andere woorden: voldoende liquiditeit is een waarborg tegen marktprijsmanipulatie.
  5. De marktkapitalisatie minstens 1 miljard dollar bedragen.Over deze waarde kan discussie bestaan, maar dit bedrag staat over het algemeen wel borg voor een degelijke firma.
  6. Minstens 80 institutionele investeerders het aandeel in portefeuille hebben.Dit iewat arbitrair aantal is wel niet zo een geweldig hoog aantal, maar het is wel hoog genoeg voor een duidelijke aanwijzing van een institutionele aandacht voor het aandeel (en dat is interessant voor de hierboven vernoemde redenen), maar niet zo hoog dat het aan ruimte ontbreekt om uit te breiden.
  7. De dividend pay-out ratio maximaal 50% bedragen.Deze ratio geeft de verhouding weer van het jaarlijks cashdividend / nettowinst per aandeel. In tegenstelling tot een te hoge verhouding, betekent een lagere verhouding dat, na de uitbetaling van de dividenden, het bedrijf toch nog genoeg cash overhoudt om de schulden af te betalen en de nodige investeringen te doen voor de verdere groei van het bedrijf. Over het algemeen bieden aandelen met een payout ratio van minder dan 50% hiervoor een adequate veiligheidsmarge.
  8. De Dividend-Coverage Ratio mag niet lager zijn dan 1.Van dezelfde orde als de vorige, en misschien nog accurater, is de Dividend-Coverage ratio, Deze geeft de verhouding weer van de operationele cashflow tot het totaal uitgekeerde dividend en verzekert ons, bij een waarde groter dan 1, dat het bedrijf in staat is om de dividenduitkering na te komen vanuit zijn operationele cashflow. Een ratio van minder dan 1 zou immers betekenen dat de dividenduitbetaling meer cash vereist dan er wordt gegenereerd, en dit is uiteraard een bijzonder gevaarlijke situatie. Een ratio van 2 en meer is in dat verband meer geruststellend.

Buiten deze acht hoofdvereisten, kan elke belegger daar uiteraard naar believen ook nog een aantal bijkomende persoonlijke voorwaarden aan toevoegen, zoals bvb.:

  • een K/W van maximaal 20.
    een actuele yield van minimum 3%.
    een K/Boekwaarde van maximaal 2.
    een P/CF of de Koers-Cashflowverhouding < 10.
    een P/S of de Koers-Omzetverhouding < 1. of
    een ( K/W) / voorziene 5-jaarlijkse groei m. A.w.. Een PEG < 1...

Bij het bekijken van deze voorwaarden zal de lezer reeds ” schudden en beven ” en denken :” waar in godsnaam vind ik op een eenvoudige manier de aandelen die dààr aan voldoen’? Voor de niet op Amerikaanse beurzen genoteerde aandelen is dit uiteraard een bijzonder moeilijke opgave tenzij men over de adequate betalende software beschikt. Gelukkig is dit voor eerstgenoemden een stuk makkelijker.

Zo vindt men de meeste gegevens op http://dripinvesting. Org/Tools/Tools. Asp. Door US Dividend Champions en Excel Spreadsheed aan te tikken bekomt men de lijst van de aandelen (momenteel 103) die over de laatste 25 jaar (dus vanaf 1987) een bijna steeds groeiend dividend hebben uitbetaald, samen met een schat aan verdere informatie zoals de actuele yield, het jaarlijks uitbetaald dividend, de payout ratio, de K/W, de PEG, de K/Boekwaarde, de K/Omzet, het Marktkapitaal, de dividenden en hun groei tijdens de laatste 10 jaar, de voorziene dividendgroei voor de volgende 5 jaar enz. Hiermede kan men dus al een heel eind op weg. Men vindt er inderdaad , buiten de Koers/CF alle persoonlijke voorwaarden terug. Hoofdvereisten 1,2,4,5 en 7 komen er eveneens op voor. Voor de verdere info gaat men best naar de financiële site van Yahoo!

Maar ook op http://www. Buyupside. Com/ vindt men waardevolle info en tenslotte ook nog op http://dynamicdividend. Com/dividend-values-2011/ waar meer dan 200 bedrijven worden vermeld die haast constant hun jaardividend hebben verhoogd tijdens de meer dan laatste 50 jaar (daar zijn er nog 10 van !!!!!), tussen de 40 en de 49 jaar (31 bedrijven), tussen de 30 en de 39 jaar (38 bedrijven), tussen de 20 en de 29 jaar (37 bedrijven) en uiteindelijk tussen de 10 en de 19 jaar (39 bedrijven). De aandelen van de eerste 3 categorieën en die van categorie 4 die minstens vanaf 1987 dividend uitbetaalden vindt men terug op de hogervermelde site van dripinvesting, waar dus haast alle gewenste info beschikbaar is. De aandelen MO, DCI, PH en VFC komen wel in de dripinvesting-lijst voor maar niet in de dynamicdividend-lijst, alhoewel ze aan de 25-jaar regel voldoen. Daarentegen vermeldt de eerste lijst dan weer EFSI, HGIC en HP alhoewel momenteel nog niet aan de voorwaarden voldoen.

Er blijken dus toch een honderdtal aandelen te onderzoeken en dat is toch nog behoorlijk veel. Maar aldra zal blijken dat er daarvan toch maar weinig aan de opgelegde voorwaarden voldoen.

Een eerste belangrijke voorwaarde is bvb. dat de payout ratio niet al te veel meer bedraagt dan 50%. De toepassing van deze voorwaarde alleen zorgt er al voor dat reeds een 30-tal aandelen uit de boot vallen en daar zitten reeds een paar serieuse kleppers bij zoals ABT, MO, T, ED, PG of JNJ! Een drietal bedrijven hebben geen dividend uitgekeerd in 2011, een vijftal aandelen vertonen een abnormaal hoge PEG, een zevental halen zelfs geen 1% yield en twee aandelen vertonen een abnormaal hoge of negatieve Koers/Boekwaarde. Die zouden dus normaliter ook kunnen verwijderd worden.

Aldus blijven nog 56 bedrijven nader te onderzoeken wat de taak al heel wat eenvoudiger maakt. Daaruit kan nu worden gekozen naargelang van de persoonlijke gevoelens van de betrokken belegger. Dat alle overblijvende bedrijven min of meer voldoen aan hoofdvereisten 1,2,4,5,6 en 7 valt niet te betwijfelen. De gegevens voor hoofdvereiste 8 vindt men eenvoudig in het cashflow-gedeelte van de boekhouding,Maar, voor wat hoofdvereiste 3 betreft, zijn de cijfers over de bedrijfswinsten over een langere periode moeilijker gratis te vinden.

Enkel onder http://money. Msn. Com/ vindt men, voor elk aandeel, onder “Fundamentals” een ” 10 Year- Summary” wat normaal zou moeten volstaan voor de vereiste evaluatie.

Jacques Collin