Tal van beleggers stappen over naar ETF’s of kiezen voor robuuste lange termijnsignalen.
Ook voor lange termijnsignalen kunt u klassieke indicatoren gebruiken op voorwaarde dat u de paramaters juist instelt.
In deze editie bespreek ik een populaire strategie die gebruik maakt van technische analyse: het 200-daags gemiddelde. In de volgende bijdrage combineer ik deze aanpak met klassieke indicatoren voor een fijnere in- en uitstap.
Het 200-daags gemiddelde is een befaamde technische indicator om de lange termijn trend van een effect te bepalen. Het berekent het gemiddelde van de slotkoersen van de afgelopen 200 dagen.
Door deze indicator kent u de algemene richting van uw favoriete waarde en u krijgt het signaal voor een potentiële trendomkeer.
Er bestaan meerdere soorten gemiddelden en de meeste gebruikte zijn:
Naam | In het engels | Afkorting |
Rekenkundig gemiddelde | Simple moving average | SMA |
Exponentieel gemiddelde | Exponential moving average | EMA |
Gewogen gemiddelde | Weighted moving average | WMA |
Wat is het voornaamste verschil tussen deze drie?
Het voornaamste verschil zit in de berekening van het gewicht van iedere beursdag tijdens de gekozen periode.
Bij het rekenkundig gemiddelde heeft iedere beursdag evenveel gewicht.
Een gebeurtenis uit het verleden heeft dus dezelfde waarde dan een recent gebeuren.
Bijgevolg telt iedere beursdag voor 0,5% mee. (100%/ 200 beursdagen = 0,5% gewicht per dag)
Bij het exponentieel – en het gewogen gemiddelde krijgen recente data meer gewicht door het gebruik van een factor. Ik beperk mij in deze bijdrage tot de procentuele gewichten voor de laatste vijf beursdagen:
EMA: 0.995% | 0.985% | 0.975% | 0.966% | 0.956%
WMA: 0.995% | 0.990% | 0.985% | 0.980% | 0.975%
Als lange termijn trendbelegger kijkt u naar de trend en meer bepaald naar de richting van het gemiddelde. Om die reden is de reactiesnelheid tussen boven vernoemde gemiddelden weinig bepalend. Houdt u anderzijds rekening met computer-trading, ga er dan vanuit dat de meeste computers met een SMA werken. Het SMA is in deze context daarom belangrijker.
De 52-weken-koers-high van een aandeel is de hoogste koers waartegen het aandeel het afgelopen jaar is verhandeld. Deze methode geeft een momentopname van de recente prestaties van een aandeel en geeft aan of het aan kracht heeft gewonnen of verloren.
Het bereiken van een 52-weken hoogtepunt duidt op een weerspiegeling van positief nieuws, een positief marktsentiment en/of een potentieel opwaarts momentum.
Toch controleert u alvorens in te stappen of het aandeel gedurende lange tijd zijwaarts noteerde.
Veel aandelen maken namelijk een ‘valse uitbraak’ en keren kort nadien onder het vorig weerstandsniveau. Deze beweging is net het omgekeerde wat u wenst: dit is namelijk een krachtig verkoopsignaal!
Kies daarom voor een trend opwaarts gerichte koersgrafiek:
Hoe vermijdt u posities in een langdurig zijwaarts kanaal?
Een nieuw hoogtepunt in het 200-daags gemiddelde van een aandeel suggereert dat de aanhoudende trend van het aandeel hogere niveaus bereikt.
Dit betekent een duurzame verschuiving in de algemene trend.
Aandelen die voldoen aan deze cluster genieten van de kracht van korte termijn beleggers en krijgen dus tegelijk het vertrouwen (of het momentum) van lange termijn beleggers.
Door de combinatie van deze evolutie van het gemiddelde met het vorig besproken 52 weken hoogste koers, vermijdt u bijgevolg een instap op een zijdelings bewegend aandeel.
Op bovenstaande grafiek ziet u het aandeel Umicore van Euronext Brussel.
U ziet de staafgrafiek met daarop een 200 daags rekenkundig gemiddelde.
Het gemiddelde kleurt blauw bij stijging en rood bij daling.
Boven de grafiek ziet u de ‘New High barometer’ toegepast op het 200 daags gemiddelde.
Dankzij die barometer weet u wanneer het gemiddelde van Umicore nieuwe toppen maakt.
Als lange termijnbelegger geeft u de voorkeur aan aandelen:
Dit zijn sterke trend opwaarts gerichte aandelen.
In de BEL20-index noteren 3 waarden met een 52NH (200sma). Dat zijn:
D’Ieteren viel eind juli uit de boot…