Meer dan een half miljoen consumenten bezochten in januari het autosalon op de Heizel. De drukte was overweldigend waardoor deuren langer open bleven. De teller stond daarmee 1,06 procent hoger dan jaargang 2016.
Deze fantastische cijfers duwden de auto-index-sector op 23 januari naar 690 punten en daarmee was het “game-over”. Op 17 maart 2015 geraakte dezelfde index nog een puntje hoger maar het gevolg was toen even schrijnend als de huidige correctie in 2018.
Herhaalt de geschiedenis zich, dan is het ergste nog niet geleden en moeten we eerst richting 435 punten alvorens de koersen herstellen.
Plaats je de koershistoriek van vrijwel elke autobouwer op 30 jaar dan is het duidelijk dat ‘buy en hold’ op deze sector veel minder potentieel biedt dan instappen om de juiste momenten.
Aandelen uit de automobielsector zijn daarom enkel weggelegd voor actieve beleggers die consequent uitstappen bij trendkeer.
Met behulp van het 200-daags-gemiddelde ziet u dat duidelijk op de 20 jaar lange termijngrafiek (grafiek1). Gedurende maanden tot jaren noteert de koers boven zijn gemiddelde (aangeduid in het groen), om dan vervolgens weer maanden tot jaren eronder te noteren (aangeduid in het rood).
Volgt u deze auto-aandelen fundamenteel, aan welk koersniveau stapt u dan in? Vandaag noteren de Europese autoconstructeurs met een Koers/Winst verhouding van slechts 6,2 en een dividendrendement tot 7%!
Dergelijke aantrekkelijk solden hebben een reden. Return en risico gaan steeds hand in hand. Of wat doet u, indien het bedrijf zijn dividend plots niet langer kan waarmaken?
U kunt beter stellen, wat kan de negatieve trend doen keren? In feite zat alles tegen wat zo’n sector kan beleven:
Op grafiek 1 ziet u dat de auto-index opnieuw de top van elf jaar geleden nadert. Dit is de 400 punten zone, aangeduid met een horizontale lichtrood gekleurde band. In 2014 en ook tweemaal in 2015 zorgde die zone voor deftige steun en herstelde de index. M.a.w. een eerste belangrijk signaal om in de gaten te houden. U ziet tevens de primaire steunlijn S1 die momenteel op 435 punten noteert. En vervolgens de secundaire steunlijn S2 wederom rond de 400 punten.
Dit samengaan van verschillende steunen rond hetzelfde koersniveau noemen we clustervorming. Dat trekt koopjesjagers aan. Zijn er fundamenteel signalen die wijzen op een verbetering overweegt dan een eerste aankoop rond de 435 en een tweede rond de 400 punten.
Daalt de auto-index echter onder de 400 punten dan mogen we ons aan een scherpe crisis verwachten vermits autobedrijven een centrale plaats in de economie hebben.
Op grafiek twee merkt u de sterkte van Peugeot ten opzicht van de andere autobedrijven.
Peugeot presteert 10% beter dan de EuroStoxx 600 hoofdindex en 25% beter dan de Stoxx Europe 600 Auto Index. Op 1 jaar tijd noteert Peugeot dus gemiddeld 25% sterker dan zijn sectorgenoten. Dit is een opvallende prestatie en dat zijn de aandelen om verder op te volgen.
Automobiel bedrijf Peugeot
Op grafiek 3 ziet u de stijgende opwaartse trend van Peugeot sinds de crisis in 2013. Weliswaar kende het aandeel ook een terugval en is de kans reëel dat het bedrijf niet langer aan de verkoopdruk kan weerstaan. Daalt de Eurostoxx Automobielsector verder richting 435-400 punten dan ligt het koersniveau van 18 euro in het verschiet.
Besluit
De automobielsector wordt wederom economisch getroffen door tal van tegenslagen. Gezien het cyclisch koersniveau zijn autobedrijven enkel weggelegd voor trendbeleggers die consequent handelen. Kopen gebeurt best in fazen gezien het volatiel karakter van deze sector. Alvorens u instapt, bepaalt u uw stoploss, voor het geval uw verwachtingen niet uitkomen.
Beleggers die het aandeel Peugeot aankochten in 2011, zagen zonder stoploss hun investering immers verminderen van 22 naar 3,5 euro (-84%). Dit terwijl het aandeel een paar jaar voordien voor zelfs nog 48 euro noteerde… Kijk uit*!
(*) Gedurende 40 jaar was ‘Kijk uit’ het populaire TV-verkeersinformatieprogramma dat menig kijker kon bekoren. In 1977 ging Commandant Gommar Vervust er als eerste mee aan de slag en 12 jaar later gaf hij de fakkel over aan Flor Koninckx. Nadien volgden Gail Van Hoever, Marjan Duchesene en Werner Van Cant.